vrijdag 9 april 2010

The speed of life

Vandaag stond ik aan de rand van een veld gewassen te genieten van de zettende zon boven de daken in de verte. Ik genoot van het prachtige zicht en droomde bijna weg. Bijna, want slechts enkele meters achter mij lag de autosnelweg, waar de auto's en vrachtwagens aan een vliegensvlug tempo voorbijscheurden. Plots voelde ik de drang in mij opborrelen om ervoor te springen, zodat ze zouden vertragen. Allemaal, één na één, zodat ze ook de pracht zouden zien die de natuur hen voorschotelde, maar waar zij in hun haast geen tijd voor hadden. Het besef dat ik enkel een volgend slachtoffer van de gehaastheid zou worden, weerhield mij er echter van om de mensen aan te sporen trager te gaan rijden en te genieten.

En met dat besef, groeide ook de idee dat ons leven net als deze autosnelweg is. In het begin gaat het allemaal traag maar langzamerhand begin je steeds sneller te gaan. En sneller. En sneller. Tot je plots zo snel en gehaast bent, dat je nog slechts oog hebt voor wat er nog precies voor je ligt, je doel. Je leven speelt zich af aan een razendsnel tempo. Gisteren lag ik nog in het kraambed, vandaag studeer ik af. Wat herinner ik mij nog van de voorbije nacht? Weinig. Zo snel is het allemaal gegaan.

En ook ik heb veel schoonheid gemist door de gehaastheid die zich meester maakte over mij. Ook ik heb veel afslagen gemist door mij te focussen op de groep auto's die rondom mij meeraasden. En zo zal het nog een tijd doorgaan, tot ik uiteindelijk zonder brandstof dreig te vallen en het kalmer aan ga doen. Dan begin ik ook rondom mij te kijken, vooral op zoek naar het eerste tankstation of de volgende afslag. En dan komt het bord waarop te lezen staat dat ik nog maar een korte afstand, en een nog kortere tijd, te gaan heb.

Ik verlaat de autosnelweg en kan terug vertragen. Weer de dingen rondom mij bekijken. Soms zelfs genieten.

Tot ik mij omdraai en nog steeds het verkeer zie voorbijrazen. Maar ik weet dat zij ook ooit zullen moeten tanken, of hun rustpauze zullen moeten nemen. En daar neem ik dan maar genoegen mee.

Maar ondertussen weet ik, ik wacht niet langer om dat moment van rust te nemen. Ik neem het zo snel en zo vaak mogelijk, zodat ik zeker niet zonder brandstof zal vallen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten